Het CDA had, met ondersteuning van VVD, ELP en D66 een spoeddebat aangevraagd over de maatregel die het college het bedrijf A. Th. de Boer had opgelegd. Welke inbreng we van het CDA konden verwachten, was onbekend maar het liet zich raden dat zij zich tegen deze maatregel zouden keren. Het CDA opende het spoeddebat dan ook met het indienen van een motie om de maatregel ongedaan te maken. De motivatie hiervoor vond het CDA in de straf die door de rechtbank was opgelegd. Dan hoeft het college niet alsnog te straffen. Dat de maatregel was gebaseerd op de spelregels van het inkoopbeleid deed niet ter zake, sterker nog dat inkoopbeleid kon de prullenbak wel in.
Het bedrijf heeft, via hun personeelsbeleid, artikel 1 van de grondwet geschonden. Door een stagiair te weigeren op grond van zijn seksuele geaardheid is hier sprake van discriminatie. Dit is bevestigd door de commissie van de Rechten van de Mens, en onlangs dus ook door de rechtbank.
Deze formele veroordeling betekent dat het college geen inkopen meer mag doen omdat dit bedrijf niet-integer handelt; zij schendt de grondwet. De maatregel is opgelegd voor de duur van een jaar. Aangezien het bedrijf geen excuses aanbiedt en geen reden ziet om vanaf nu anders te handelen, ziet de fractie van de PvdA geen reden tot deze limiet. Het college is gehouden aan juridische mogelijkheden, en dan volgt een beperking in tijdsduur. De fractie van de PvdA steunt op basis daarvan de maatregel van het college.
Het spoeddebat liet duidelijk zien hoe partijen als CDA, maar wellicht ook VVD en ELP alle ruimte aan een ondernemer willen geven en daarbij voorbij gaan aan het belang van de grondwet en onze eigen inkoopregels.
Het debat heeft ons gesterkt in de strijd die we nog moeten leveren om discriminatie de wereld uit te helpen. En dat doen we zonder aanziens des persoon. Discriminatie mag niet, onder welke omstandigheden ook.
Trees Flapper, Fractievoorzitter