Het Ravijnjaar: hoe nu verder?
In de wereld van gemeenten is het begrip Ravijnjaar inmiddels een veelbesproken onderwerp. Door een aanpassing in de manier waarop het Rijk het gemeentefonds verdeelt, dreigen gemeenten in 2026 in een fors financieel gat te vallen. Het Rijk laat de gemeenten in feite in de steek. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft daarom aangekondigd juridische stappen te overwegen om deze situatie aan te vechten.
Ook Smallingerland wordt hard getroffen. Bij ongewijzigd beleid verwachten we in 2026 een tekort van ruim 4 miljoen euro, oplopend tot ongeveer 7 miljoen in 2029. Gemeenten hebben grofweg drie opties om met zulke tekorten om te gaan:
- Meer inkomsten genereren door belastingen of heffingen te verhogen.
- Minder uitgeven door te bezuinigen.
- Tijdelijk gebruikmaken van reserves die in eerdere jaren zijn opgebouwd.
Omdat niemand lichtvaardig wil snijden in voorzieningen of onnodig lasten wil verhogen, is een grondige doorlichting van de gemeentebegroting gestart. Op 1 april worden de eerste resultaten daarvan besproken in de gemeenteraad. De raad bepaalt dan in welke richting verder gezocht wordt, zodat er bij de kadernota goed onderbouwde keuzes gemaakt kunnen worden.
Waar staat de PvdA?
De PvdA Smallingerland staat voor een duurzaam sluitende begroting, met oog voor de lange termijn. Voor 2026 vinden wij het acceptabel om een negatief begrotingssaldo op te vangen met onze reserves. Daarmee maken we niet alleen de pijn zichtbaar, maar geven we ook een krachtig signaal af aan Den Haag: dit kan zo niet langer. Deze aanpak wordt bovendien ondersteund door de VNG.
Voor de PvdA is het cruciaal dat de lasten niet terechtkomen bij onze meest kwetsbare inwoners. We verzetten ons dan ook tegen bezuinigingen in het sociaal domein, zeker als het gaat om mensen met lage inkomens. Ook vinden wij het onacceptabel om opnieuw te korten op gesubsidieerde instellingen, die in de periode 2020-2024 al zwaar zijn geraakt doordat indexatie uitbleef. Daar valt niet nóg een keer op te bezuinigen.
Op 1 april worden er nog géén beslissingen genomen over wáár het geld precies vandaan moet komen, maar wel over hóe we daar op een transparante en eerlijke manier inzicht in krijgen.