Ga naar de inhoud

Een verdeelde stad

Dinie Mulder, Raadslid PvdA Smallingerland: “ Er zijn grote verschillen in laaggeletterdheid per wijk. Er is daardoor een verdeelde stad ontstaan.”

In een zonnige, gele outfit zit ze in haar werkkamer van het gemeentehuis. Geen socialistisch rood vandaag dus. Maar de rode kleur maakt ze wel waar tijdens het interview. ‘Als ik een keer begin te praten kan ik bijna niet meer stoppen hoor’, zegt ze bijna verontschuldigend. ‘Ik ben net een locomotief.’

Voor mij zit Dinie Mulder, 64 jaar jong, en raadslid namens de Partij van de Arbeid. Dit is haar tweede periode als volksvertegenwoordiger. Ze woont bijna haar hele leven al in de gemeente Smallingerland. Op dit moment woont ze in de Granenbuurt in de wijk De Bouwen in Drachten. Dit is een oude volksbuurt. Ze is wel eens weg geweest, maar is altijd weer teruggekomen. Puur omdat ze van het leven en de mensen in een volksbuurt houdt. 

Het wonen in een volksbuurt bracht haar ook in aanraking met laaggeletterdheid. ‘Onze buurt is geherstructureerd in 2015. Woningbouwvereniging Accolade had destijds wekelijks spreekuur in een soort bouwkeet in het herstructureringsgebied; een aanpak waar ze overigens een compliment voor verdienen en die navolging verdient. Mensen konden daar met allerlei vragen naar toe.  Door dit project kwamen veel problemen boven drijven. Veel bewoners bleken namelijk niet goed te kunnen lezen. Vanuit Accolade en de gemeente werd er veel informatie afgegeven. Informatie die gelezen moest worden, maar dat lukte dus niet. ‘Ik sprak hierover met de contactpersoon van Accolade en we schrokken van de hoeveelheid problemen die er in deze wijk waren. Daarom werden er naast de informatiebrieven ook informatieavonden georganiseerd. Tijdens die avonden bleek dat de bewoners de informatie helemaal niet goed hadden begrepen. Zo kwam ik voor het eerst in aanraking met laaggeletterdheid.’

Dinie Mulder heeft vervolgens samen met Trees Flapper, destijds fractievoorzitter van de PvdA,  een project opgezet met als doel om te achterhalen wat er voor nodig is om een wijk te maken waarin het leuk is om te wonen. In contact te komen en blijven met elkaar bleek het belangrijkst. Politiek gezien was dit project succesvol. En Smallingerland loopt nog steeds voorop als het gaat om laaggeletterdheid.  “Het Geen Woorden Maar Daden Project is daar een mooi voorbeeld van’, zegt Dinie, ‘en dat vervult me met trots.’

“Ik heb mijn bril niet bij me”

Tijdens dit project bleken de laaggeletterden moeilijk te traceren. ‘Laaggeletterden hebben vaak allemaal coping strategieën (manieren om met dingen om te gaan red.) om maar te voorkomen dat hun probleem, de laaggeletterdheid, wordt ontdekt (“mijn man regelt alles maar die is er nu niet, ik heb mijn bril niet bij me”). Coöperaties zoals woningbouwverenigingen zijn belangrijke vindplaatsen. We hebben toen vanuit de PvdA een motie ingediend: college ga met dit gegeven aan de slag wanneer er herstructureringsprojecten zijn. Bied de helpende hand aan laaggeletterden!’ Ook binnen het gemeentehuis is men daarna met dit thema aan de slag gegaan. Wanneer het vermoeden bestaat dat iemand laaggeletterd is, probeert de betrokken ambtenaar door te pakken zonder iets op te leggen. De zoektocht naar de juiste benadering van de doelgroep was niet eenvoudig. Belangrijk daarbij is natuurlijk dat je de taal spreekt van de doelgroepen. Dat gebeurt heel vaak niet. “Men schrijft en spreekt hun taal niet. Ze raak je heel grote groepen kwijt. Daarom ben ik blij met dit interview ‘zegt Dinie. ‘Nog niet zo lang geleden hebben we vragen gesteld aan het college over de grote verschillen tussen en problemen binnen bepaalde wijken. Dit naar aanleiding van het verschijnen van het rapport ‘Herijking minimabeleid’. In dat rapport staat dus dat er heel grote verschillen zijn tussen de verschillende wijken.’

Er is een verdeelde stad ontstaan

Uit het rapport komen de verschillen per wijk goed naar voren: in de wijk Noordoost bijvoorbeeld leeft 25% op of onder het minimuminkomen, in andere wijken is dat slechts 3%. Een laag inkomen gaat helaas vaak samen met laaggeletterdheid en andere problemen. Denk aan gezondheid en schuldenproblematiek. Mensen met een uitkering komen zo steeds dieper in de problemen vanwege het niet kunnen lezen of schrijven en raken de verbinding met de maatschappij kwijt, voelen zich niet gezien en niet gehoord, worden angstig en boos. Dat is ook gevaarlijk want dat maakt dat ze gevoelig worden voor verkeerde invloeden en bijvoorbeeld op zoek gaan naar een zondebok.

‘Er is een verdeelde stad ontstaan! In de wijken waar men de taal niet spreekt ligt het percentage laaggeletterdheid op 20, 30, soms 40 procent. Ik woon in zo’n buurt. Het brede probleem is dat we grote groepen mensen op achterstand zetten met het huidige beleid en dat we dat onderhand normaal vinden. Ik vind dat een angstige ontwikkeling’.

“Mensen naar wie niet wordt geluisterd, worden gevoelig voor demagogie”

Dinie vervolgt: ‘Wanneer mensen voortdurend het gevoel hebben dat ze niet meedoen, mensen steeds dieper in de problemen komen, beschuldigd worden van fraude, omdat ze de papieren niet snappen, dan worden mensen boos. Ze hebben het gevoel dat er niet meer naar hen wordt geluisterd. Ik vind dat een griezelige ontwikkeling. Het is lastig om te bedenken hoe je dat moet keren, hoe je bij hen wel de juiste snaar kunt raken zodat ze naar je willen luisteren.’

Volgens Dinie hebben veel politici, ondanks de goede bedoelingen, geen idee wat er daadwerkelijk speelt. Politici wonen vaak niet naast de mensen die hulp nodig hebben en dan is het heel makkelijk om te zeggen: ‘Kom hier maar naar toe, we helpen je wel!’ Politiek correct reageren is makkelijk.
‘Begrijp me niet verkeerd: politici bedoelen het vaak goed. Maar als je er zelf niet woont, dan voel je het niet. Ik zeg wel eens: ga eens met mij mee, fiets eens mee door de wijk. Dan kun je de verschillen met je eigen wijk zien. Het valt dan op dat er bijvoorbeeld veel plasticafvalzakken en containers buiten staan op dagen dat er geen afval wordt opgehaald. Dat komt simpelweg doordat is besloten om de afvalkalender alleen nog digitaal aan te leveren. Maar niet iedereen is digitaal-vaardig en dat je nog steeds een papieren afvalkalender kunt opvragen bij de gemeente weten veel mensen niet, want dat heeft in de krant gestaan en die lezen deze mensen niet.
Daarnaast lijkt het er echt op dat er tussen de wijken verschillen in onderhoud zijn. Of daar beleid op wordt gevoerd of dat dat komt omdat inwoners van bepaalde wijken assertiever zijn, dat weet ik eigenlijk niet. Maar er is echt een groot verschil te zien.’

Steenrijk-Straatarm als leerschool

Een idee om politici meer inzicht te geven in de problematiek van laaggeletterdheid heeft Dinie wel. ‘Het zou een goed idee zijn voor bijvoorbeeld een wethouder, om net als in het televisieprogramma “Steenrijk-Straatarm”, een maand lang van het budget dat de laaggeletterden in die wijk hebben, rond te moeten komen en in die wijk te wonen.’ 

Ze vindt dat er bovenal een wijkgerichte aanpak nodig is. Zorgen dat je dicht bij de mensen komt en dan niet zozeer in een multi-functioneel centrum, maar gewoon ergens aan tafel  gaan zitten met een kopje koffie. Laagdrempelig. ‘Geen druk of dwang, niet meteen een hulptraject. Dan leer je de mensen kennen en kun je laaggeletterdheid en andere problemen opsporen. Daarna kijk je samen naar oplossingen.’

Een app is niet altijd de oplossing

Een paar jaar geleden ging de papieren afvalkalender er af. De mensen in zo’n buurt moeten gewoon zo’n kaart in de meterkast hebben vind ik, want dat ophaalsysteem is best ingewikkeld. Maar er werd gedacht: we hebben een app, dat is de oplossing voor alles. De PvdA heeft hiertegen in de raad geprotesteerd en aangegeven dat veel mensen daar (nog) niks mee kunnen. Als gevolg hiervan is het afschaffen van de papieren kalender toen een jaar uitgesteld. Mensen die dat willen, kunnen nu een papieren exemplaar ophalen bij de gemeente. Maar in de praktijk doen ze dit niet, zegt Dinie. Vaak weten ze niet dat het kan, of is er weer die schaamte waardoor men het niet doet. ‘Ik heb zelf de afval app op mijn telefoon ingesteld. Het was nog niet zo eenvoudig om dat ding goed in te stellen en om uit te zoeken waar ik moest zijn voor de juiste gegevens. En we verwachten dus van iemand die niet goed kan lezen dat hij of zij het maar begrijpt. We maken het deze groepen echt heel moeilijk. Zij hebben geen HBO!’

Wijkgerichte aanpak is nodig

Aangezien de verschillen per wijk zo groot zijn moet er een wijkgerichte aanpak komen. Er zouden in elke wijk meerdere buurtgebouwen moeten komen, want de wijken zijn heel groot en dan is 1 gebouw niet genoeg. ‘Ik heb daarbij een soort huiskamer voor ogen, waar mensen naar toe kunnen met hun vragen. Je moet er gewoon in kunnen lopen en iemand uit de buurt zit klaar met koffie en een koekje. Iemand die de buurt kent. Ik denk dat het heel veel geld oplevert wanneer we dat doen. De problemen lopen nu veel te hoog op zonder dat we dit in de gaten hebben en vaak komt hulp dan te laat. We hebben overal regeltjes, hulplijnen en infrastructuren voor bedacht. Alles is begrensd en beperkt. Dat is ook heel eng. Daardoor kan je niet verantwoordelijk zijn voor iets dat niet binnen de regeltjes past. Iedere verantwoordelijke kan maar heel beperkt zijn werk uitvoeren. We hebben mensen nodig die holistisch en systemisch werken, als een spin in het web, met de zogenaamde poten in de klei. Je kan niet zeggen: dit is het probleem, we drukken op die knop. Ik kan er wel moedeloos van worden dat we dat nog steeds zo doen.‘

Je hebt eigenlijk HBO niveau nodig

‘Juist deze mensen maken we het leven zo moeilijk met al die toeslagen en regels. Je moet eigenlijk HBO niveau hebben om alles goed voor elkaar te boksen. En dat hebben ze niet. Een site als werk.nl, daar snappen laaggeletterden ook niks van!  En het indienen van bezwaar, bijvoorbeeld bij een renovatie, hoe dat moet, dat vertelt niemand aan deze mensen. Binnen onze PvdA-afdeling hebben we een ombudsteam. Daar komen de problemen soms binnen omdat deze mensen lid zijn van de Partij van de Arbeid. Het is soms om te janken en om wanhopig van te worden hoe wij het in dit land voor die mensen regelen. Natuurlijk zit er ook wel eens iemand tussen die de kluit belazert, maar is dat niet in alle lagen van de bevolking zo?’

Ik vraag haar: wat zou je mee willen geven aan mensen die laaggeletterd zijn? Kun je iets zeggen waarmee je deze mensen aanmoedigt? 

‘Schaam je niet en doe er iets aan. Meld je bij je werkgever als je die hebt of bij je gemeente. Er is iets aan te doen en je leven zal aan kwaliteit winnen.’

Mijn laatste vraag aan Dinie: volgend jaar, in 2022,  zijn er gemeenteraadsverkiezingen. Stel dat er een laaggeletterde is, die graag iets in de politiek wil betekenen. Wat moet hij of zij dan doen?

‘Dit is best een confronterende vraag want om eerlijk te zijn moet een raadslid (heel) veel stukken lezen waarin veel moeilijke woorden en ambtelijke taal wordt gebruikt. Om ergens te beginnen zou je wel deel uit kunnen maken van ons campagneteam en een rol spelen in de commissie die het verkiezingsprogramma schrijft lijkt me ook een goed plan!’

Zullen we afspreken dat er bij het volgende verkiezingsprogramma in ieder geval een op laaggeletterden aangepast verkiezingsprogramma komt?

“Deal!”