Ga naar de inhoud

Omgevingsvisie van de provincie Fryslân

Maandagavond was ik bij een bijeenkomst over de omgevingsvisie van de provincie Fryslân in ons gemeentehuis. Onderwerp, als omgevingsvisie u niets zegt, de toekomst van het landelijk gebied. De provincie heeft zoals dat tegenwoordig mode is een groot aantal bijeenkomsten belegd om de plannen van onderop te maken. In een filmpje werden eerst vier toekomstbeelden voor 2030 geschetst. Hoewel de vier beelden heel verschillend zouden moeten zijn is mij vooral bijgebleven dat ze allemaal gingen over water, veel water. Zo was onder meer de zee in 2030 meters gestegen en half de provincie water.

“Hoeveel is de zeespiegelstijging eigenlijk precies in 2030?” Vroeg een wakkere man in de zaal. Een meneer van het waterschap wist te melden dat het zou gaan om enkele centimeters. “Is 2030 dan niet een verkeerd moment, moet het misschien 2050 zijn?” Kwam een vraag uit de zaal. Een slimme planologe van de provincie wist echter te vertellen dat de einddatum niet zo letterlijk genomen moest worden omdat het bij de omgevingsvisie om het proces gaat en de visie ook aangepast kan worden. Kortom vanuit de vier toekomstbeelden zouden we in groepjes moeten gaan nadenken over wat dat betekent voor wat de provincie zou moeten gaan doen.

Mislukte zoektocht

Het is te makkelijk om dit blog verder cynisch te vervolgen over de groep overwegend oudere blanke heren die vervolgens op post-it’s goede bedoelingen schrijven. Wat mij betreft was deze bijeenkomst een goed voorbeeld van een mislukte zoektocht naar legitimiteit van ons openbaar bestuur. In dit geval de provincie, maar je ziet het bij alle bestuurslagen, rijk, provincie en gemeenten. Nu politici niet meer werkelijk verbonden zijn met de samenleving worden de ambtenaren op zoek gestuurd naar draagvlak. Maar met alle goede bedoelingen wordt dat nooit meer dan een beter paard, om in stijl van Henry Ford te blijven. Het is aan de politieke leiders om ons mee te nemen de toekomst in. Vanuit de gewenste toekomst, zeg maar het beloofde land kunnen ze dan voor de eerste stappen draagvlak zoeken.

Vingeroefening

Lekker abstract, laten we eens een vingeroefening vanuit de PvdA Smallingerland voor de toekomst van ons landelijk gebied:

In 2040 heeft de zelfrijdende elektrische auto voor een ommezwaai gezorgd. Niet langer zijn de grote steden hip, maar het platteland is de woonplaats geworden. Het concentratiebeleid uit de vorige eeuw is geheel verlaten en het landelijk gebied is er nu op de eerste plaats voor de mensen, om er te wonen en te recreëren. Friesland is daarbij één van de favoriete woongebieden. Het afwisselende landschap blijkt veel mensen aan te trekken. Ook Smallingerland heeft hier volop van geprofiteerd. Achteraf blijken de Drachtstervaart en het meer van Oudega slechts het begin geweest te zijn van het creëren van talrijke nieuwe aantrekkelijke waterrijke woonlandschappen. Een groot deel van de nieuwe woningen zijn woonboten en al het water heeft naast de recreatieve functie ook een belangrijke taak gekregen bij het waterbeheer. Al deze bewoners zorgen voor veel lokale werkgelegenheid. De recreatieve en verzorgende sector zijn dan ook de grootste werkgevers geworden. Ook onderwijs en een campus in Drachten met High Tech bedrijvigheid zijn toonaangevend in de eigen niche markt. Met deze grote toestroom van bewoners is de agrarische bedrijfstak getransformeerd. Niet langer staat de productie op de eerste plaats, maar de diversiteit van het landschap. Want juist die diversiteit in het landschap is in 2040 de gouden melkkoe.

Als we met dit beeld voor ogen de bestuurlijke keuzen van vandaag, morgen en 2030 voor het landelijk gebied gaan maken dan is de richting bepaald. De kwaliteit van het bestaan van de huidige en toekomstige inwoners en de diversiteit van het landschap staan dan voorop. Hoe dit ingevuld en uitgewerkt kan worden mogen ambtenaren en specialisten op studeren.

Afnemende biodiversiteit

Ik denk dat een belangrijke ommezwaai in het landelijk gebied gemaakt zal moeten worden door te zoeken naar een nieuwe solidariteit tussen burgers en boeren. Op dit moment dragen de burgers te veel lasten van de agrarische industrialisatie. Kijk bijvoorbeeld naar de kosten van het waterbeheer terwijl daartegenover een afnemende biodiversiteit staat. De burgers dragen voornamelijk de groeiende lasten en worden geconfronteerd met afnemend profijt. Bij maatschappelijke veranderingen speelt economie altijd een belangrijke rol. Door de maatschappelijk kosten minder op burgers af te wentelen kan in de agrarische sector een kanteling komen en agrarische exploitatie met meer biodiversiteit gestimuleerd worden. Dat zou de eerste stap zijn die mijn PvdA politicus gaat zetten. Daar zal mijn politicus draagvlak voor gaan creëren. Ook bij oude mannetjes in stoffige zaaltjes, maar ook bij de jeugd op scholen en langs de lijn bij het sportveld maar ook bijvoorbeeld in de buurtsupermarkt. En liever nog met modernere middelen en gebruikt internet met elke week een Vlog om ons mee te nemen in zijn verhaal. Kortom provincie, niet een sneller paard!

Overigens zondagmiddag toch weer naar Gorredijk om boodschappen in te slaan: Het blijft jammer dat dit in Drachten nog niet kan!

Maarten Noordhoff